Samenvatting
Doel
Bepalen van de langetermijnresultaten van primair gecementeerde totaleheupprothesen bij patiënten jonger dan 40 jaar, waarbij eventuele kombotdefecten eerst werden gereconstrueerd met geïmpacteerde botsnippers.
Opzet
Cohortonderzoek.
Methode
Analyse vond plaats van gegevens van patiënten jonger dan 40 jaar die in de periode 1 januari 1988-30 juni 2004 een primair gecementeerde totaleheupprothese kregen. Hoofddoel was het bepalen van de tijd tot revisie. De overleving van de prothesen werd berekend met kaplan-meiermethode.
Resultaten
In totaal werden 175 heupprothesen bij 130 patiënten geïncludeerd. Acetabulaire reconstructie met geïmpacteerde botsnippers werd verricht bij 84 heupen (48%). De gemiddelde leeftijd bij operatie was 31 jaar. 6 patiënten overleden tijdens follow-up (8 heupen); bij geen van hen had een revisie plaatsgevonden. De gemiddelde follow-up was 8,1 jaar (uitersten: 2,0-18,5). Er werden 24 heupen (14%) gereviseerd. Redenen voor revisie waren: septische loslating (n = 8), recidiverende luxaties (n = 4), traumatische loslating (n = 1) en aseptische loslating (n = 11). De protheseoverleving na 10 jaar met als eindpunt ‘revisie om welke reden dan ook’ was 83% (95%-BI: 76-90) en met als eindpunt ‘revisie voor aseptische loslating’ 92% (95%-BI: 86-98). Aseptische overleving van de cups met en zonder reconstructie met geïmpacteerde botsnippers was respectievelijk 95% (95%-BI: 89-100) en 90% (95%-BI: 81-99) (p = 0,73).
Conclusie
Vervanging van het heupgewricht bij patiënten onder de 40 jaar door een gecementeerde totaleheupprothese had goede langetermijnresultaten. Acetabulaire botdefecten gereconstrueerd met geïmpacteerde botsnippers bij deze patiëntengroep lieten eveneens goede resultaten zien.
Reacties