Topische pijnstiller verdient de voorkeur bij kniepijn

Crèmes en gels die pijnstillers bevatten, werken bij chronische kniepijn even goed als pijnstillende tabletten. Bovendien hebben ze minder bijwerkingen. Dit blijkt uit een studie binnen het Health Technology Assessment Programme van het Britse National Institute for Health Research (www.hta.ac.uk/1302).

Ter bestrijding van kniepijn worden zowel topische als orale NSAID’s gebruikt, zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac. NSAID’s leiden regelmatig tot maag-darmklachten en kunnen cardiovasculaire problemen of ademhalingsproblemen veroorzaken, die vooral voor oudere mensen een risico vormen. Topische preparaten zijn duurder, maar hebben minder bijwerkingen en zouden voor deze groep patiënten een goed alternatief kunnen zijn.

Onderzoekers van de Queen Mary University in Londen vergeleken in 26 huisartsenpraktijken de effectiviteit en de kosten van orale NSAID’s met die van topische NSAID’s bij 585 mensen met chronische kniepijn. Daarbij werd ook gekeken naar de voorkeur van de patiënten en er werd nagegaan of hun verwachting van eventuele bijwerkingen het effect van de medicatie kon beïnvloeden.

Topische NSAID’s bleken bij langdurig gebruik (> 12 maanden) hetzelfde effect te hebben op chronische kniepijn als orale NSAID’s. Degenen die tabletten gebruikten, meldden meer bijwerkingen, zoals storingen in de spijsvertering, hoge bloeddruk en verergering van astma. Patiënten bij wie de kniepijn diffuus was, verkozen orale medicatie vaker boven topische; zij geloofden namelijk dat het middel, als het eenmaal in het bloed circuleert, ook in andere gebieden pijnstillend werkt.

Topische NSAID’s zijn in het eerste jaar kosteneffectief, orale NSAID’s zijn dat in het tweede jaar. De auteurs adviseren huisartsen om een behandeling van chronische kniepijn bij ouderen te beginnen met topische NSAID’s. Mocht de patiënt diffuse pijn hebben, dan zijn orale NSAID’s een optie; wel moet de patiënt gewezen worden op de bijwerkingen ervan.