Om te bepalen of studenten voldoende leren en of een opleiding voldoet, was er vroeger een duidelijk onderscheid: voor de beoordeling van studenten is er toetsing en voor de beoordeling van onderwijs en docenten is er programma-evaluatie. Toetsen gebeurt met open vragen, meerkeuzevragen en mondelinge examens, en programma-evaluatie met vragenlijsten.
Zo duidelijk is die scheiding tegenwoordig niet meer: in beide domeinen heeft het concept van ‘assessment for learning’ zijn intrede gedaan. Het toetsen met als enig doel te bepalen of de leerinspanningen in de afgelopen periode succesvol zijn geweest, noemt men ‘assessment of learning’. Maar assessment for learning heeft betrekking op de vraag hoe de informatie uit de toetsen gebruikt kan worden om het leren van studenten te bevorderen. Assessment of learning heeft als centrale vraag: ‘Hoe goed is de student?’, assessment for learning gaat over: ‘Hoe kan deze student zo goed mogelijk verbeteren?’. Vanuit het gebied van toetsing bestaat…
Reacties