Gedurende het opleidingstraject neemt de zelfstandigheid van een aios steeds meer toe. In tuchtzaken tegen de aios of supervisor wordt dan ook vanuit die wetenschap gekeken naar ieders bijdrage. Maar wie heeft wanneer welke verantwoordelijkheid?
Samenvatting
Doel
Verkennen hoe het tuchtcollege de tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid tussen aios en supervisoren weegt.
Opzet
Beschrijvend, jurisprudentieanalyse.
Methode
Alle gepubliceerde tuchtrechtuitspraken met de term ‘aios’ van 1 januari 2010 tot 1 april 2020 op www.tuchtrecht.overheid.nl werden geanalyseerd.
Resultaten
116 tuchtzaken met 128 klachten tegen een aios en/of diens supervisoren werden bestudeerd. Van de klachten werd 20% gegrond verklaard. Medisch-inhoudelijke klachten kwamen het meest voor (53%). In 31% van de klachten kwam het opleidingsaspect naar voren. Van de 24 zaken die zowel door het Centraal als het Regionaal Tuchtcollege zijn behandeld, oordeelde het Centraal Tuchtcollege 7 keer milder, 3 keer strenger en in 14 zaken gelijk. De overwegingen van het tuchtcollege waren te onderscheiden in vier groepen: kenmerken van de situatie, de bekwaamheid van de aios, mate en kwaliteit van supervisie en communicatie, en informatieverstrekking.
Conclusie
Het tuchtcollege weegt de tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid tussen aios en supervisoren in de context van de specifieke klacht en situatie. Het is dus van belang dat aios en supervisor zich blijven vergewissen van de bekwaamheid en dat zij hun momentane afstemming navolgbaar regelen, uitvoeren en noteren. Het ziekenhuis heeft daarnaast een algemene verantwoordelijkheid in het informeren van patiënten over de implicaties van het opleiden voor het verlenen van zorg.
Reacties