Samenvatting
Doel
Bepalen van de invloed van de buitentemperatuur op sterfte van verpleeghuispatiënten en aanwijzen van risicogroepen voor sterfte tijdens hitte en koude.
Opzet
Analyse van sterftegegevens uit de SIG Verpleeghuis Informatie Systeem(SIVIS)-registratie (over de periode 1 januari 1993-31 december 1994).
Plaats
Alle 289 verpleeghuizen (89,5) in Nederland die hun gegevens bij SIG Zorginformatie registreren.
Methode
Van SIG Zorginformatie werden per week aanwezigheids- en overlijdenscijfers verkregen met onderscheid naar geslacht, leeftijd, algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en hoofddiagnosen. Gemiddelde maximale weektemperaturen werden verkregen van het KNMI. Sterftecijfers en relatieve risico's werden berekend voor temperatuurbereiken van 5°C voor alle variabelen.
Resultaten
Indien de gemiddelde maximale weektemperatuur boven 25°C steeg, was er een toename van het sterftecijfer van de verpleeghuispopulatie van 50 ten opzichte van perioden met optimale temperaturen (15-19,9°C). Tijdens koude perioden (0-4,9°C) was de toename van het sterftecijfer veel minder groot (22). Risicofactoren voor een verhoogde sterfte tijdens hoge temperaturen waren: vrouwelijk geslacht, grote ADL-afhankelijkheid en de diagnosen: dementie, amnestisch syndroom of ziekte van Parkinson. Risicogroepen voor verhoogde sterfte tijdens lage temperaturen waren: zeer hoge leeftijd (> 95 jaar), ADL-zelfstandigheid, ziekte van Parkinson, cardiovasculaire ziekte, chronische obstructieve longziekte, ziekte van het bewegingsapparaat en bindweefsel en een heupfractuur.
Conclusie
Verpleeghuispatiënten bleken zeer kwetsbaar te zijn als de buitentemperaturen boven 25°C stegen. Hoge temperaturen hadden een veel grotere invloed op de sterfte dan lage.
Reacties