In maart 2004 meldde de firma Eli Lilly dat het gebruik van olanzapine bij patiënten met een dementiesyndroom leidt tot een toegenomen kans op cerebrovasculaire complicaties (belangrijke veiligheidsinformatie over olanzapine en het risico van sterfte en beroerte bij oudere patiënten met aan dementia gerelateerde psychose en/of gedragsstoornissen; ‘Geachte collega’-brief; Eli Lilly, Nederland, 2004; www.cbg-meb.nl/nl/nieuws/start.htm, scrollen naar 9 maart 2004). Eerder meldde de firma Janssen-Cilag dat het gebruik van risperidon bij patiënten met dementie de kans op een beroerte vergroot (Risperdal (risperidone) and cerebrovascular adverse events in placebo-controlled dementia trials; ‘Dear healthcare professional’-brief; Janssen-Ortho, Canada, 2002; www.hc-sc.gc.ca/hpfb-dgpsa/tpd-dpt/risperdal1_e.html).
Olanzapine en risperidon behoren tot de groep atypische antipsychotica. Vergeleken met de klassieke antipsychotica (waarvan haloperidol als prototype kan gelden) vertonen de atypische antipsychotica een minder sterke binding aan de dopamine(D2)-receptor en een sterkere binding aan de serotonerge receptoren, waardoor de kans op extrapiramidale bijwerkingen geringer is – maar zeker niet afwezig…
Reacties