Samenvatting
- Neonatale glucocorticosteroïdtherapie wordt in toenemende mate gebruikt om chronisch longlijden bij aanzienlijk te vroeg geboren kinderen te voorkomen.
- Op de korte termijn is deze therapie doorgaans succesvol. Er komen echter steeds meer aanwijzingen dat ongewenste langetermijneffecten kunnen optreden.
- Vooral lijkt er een verhoogde kans op afwijkende hersenontwikkeling te zijn, zich uitend in motorische disfunctie, ontwikkelingsachterstand en spastische parese.
- Experimenteel zijn er aanwijzingen voor cardiovasculaire complicaties en veranderingen in het immuunsysteem op volwassen leeftijd.
- Het controleren van reeds behandelde kinderen op de langere termijn lijkt noodzakelijk om eventuele later optredende ongewenste bijwerkingen op te sporen en waar mogelijk te behandelen.
- Voorts zal gericht moeten worden gekeken naar mogelijke andere behandelingsmethoden zoals het gebruik van minder potente glucocorticosteroïden.
Reacties