Samenvatting
Doel
De therapietrouw voor tumornecrosefactor(TNF)-α-blokkers onderzoeken van patiënten met de ziekte van Crohn of reumatoïde artritis (RA).
Opzet
Systematische literatuurstudie.
Methode
We voerden een gestructureerde zoekopdracht uit in PubMed in de periode januari 2001-mei 2011 naar studies die therapietrouw voor de TNF-α-blokkers adalimumab, inflixmab en etanercept van patiënten met de ziekte van Crohn of RA beschreven. Cijfers over therapietrouw en mogelijke voorspellers van therapietrouw werden afgeleid voor alle geïncludeerde studies. Gezien de grote variatie in definities van therapietrouw, hebben wij in onze berekeningen de definities uit de betreffende studies gebruikt.
Resultaten
Er werden 3 studies over de ziekte van Crohn en 3 over RA geïncludeerd, met een totaal aantal patiënten van 8.147 (953 ziekte van Crohn en 7194 RA). De naar groepsgrootte gewogen proportie voor therapietrouw aan TNF-α-blokkers was 70% (95%-BI: 67-73%) voor de ziekte van Crohn en 59% (95%-BI: 58-60%) voor RA. De therapietrouw voor infliximab onder patiënten met de ziekte van Crohn was hoger (72%) dan voor adalimumab (55%), met een relatief risico van 1,61 (95%-BI: 1,27-2,03). Bij patiënten met RA was de therapietrouw voor adalimumab (67%) hoger dan voor infliximab (48%) en etanercept (59%), met een relatief risico van respectievelijk 1,41 (95%-BI: 1,3-1,52) en 1,13 (95%-BI: 1,10-1,18). In vergelijkende studies in RA bleek de therapietrouw aan infliximab hoger dan die aan etanercept en was de therapietrouw van adalimumab het laagst. 3 studies beschreven vrouwelijk geslacht als een consistente factor geassocieerd met een lagere therapietrouw.
Conclusie
Een derde van de patiënten met de ziekte van Crohn en RA blijkt hun therapie met TNF-α-blokkers niet volgens voorschrift te gebruiken. Vrouwelijk geslacht lijkt een negatieve voorspeller van therapietrouw te zijn.
Reacties