Samenvatting
Doel
Evaluatie van de werking en de bijwerkingen van thalidomide als behandeling van refractair multipel myeloom.
Opzet
Retrospectief, descriptief.
Methode
Door middel van statusonderzoek werden gegevens verzameld van alle patiënten met een refractair multipel myeloom die in de periode 1 mei 1999-31 mei 2001 werden behandeld met thalidomide in 4 regionale centra voor Hematologie. De patiënten waren tevoren behandeld met eerste-, tweede- of derdelijnschemotherapie. De aanvangsdosering van thalidomide was 200 mg per dag, waarna afhankelijk van de tolerantie de dosering geleidelijk verhoogd werd tot maximaal 800 mg per dag.
Resultaten
Het betrof 72 patiënten: 43 mannen en 29 vrouwen met een mediane leeftijd van 62 jaar (uitersten: 38-82). De mediane follow-upduur was 13 maanden (uitersten: 2-25). Thalidomide als monotherapie werd aan 64 patiënten gegeven. Van hen vertoonden 29 (45) een respons: 3 een complete respons, 18 partiële en 8 een ‘minor’ respons. Bij 4 van 11 patiënten met een extramedullair plasmacytoom werd een afname van de grootte van het plasmacytoom waargenomen. De mediane duur van de respons was 9 maanden (uitersten: 2 tot > 24). De mediane overleving van de 64 patiënten bedroeg 9 maanden. Bij 9 patiënten die niet respondeerden op thalidomide werd dexamethason toegevoegd aan de behandeling. Bij 6 van hen werd alsnog een afname van de M-component waargenomen. De meest voorkomende bijwerkingen van thalidomide waren obstipatie, slaperigheid, sufheid, duizeligheid, veneuze trombose en polyneuropathie. Doseringen tot 400 mg per dag werden over het algemeen goed verdragen.
Conclusie
Thalidomide heeft een antitumoreffect bij refractair multipel myeloom.
Reacties