Ineens was er een verklaring voor familiale tromboseneiging: een genmutatie die het risico op een diepe veneuze trombose vele malen verhoogde. Naar aanleiding van deze doorbraak medio 1994 werden enkele tienduizenden patiënten per jaar getest op de factor-V-Leidenmutatie, terwijl dat geen enkele klinische consequentie had. Hoe kon deze testhonger ontstaan? En hoe kwam die ten einde?
Samenvatting
De ontdekking van factor V Leiden veranderde radicaal onze blik op de oorzaken van een veneuze trombose, omdat het bij enige procenten van de bevolking bleek voor te komen, in tegenstelling tot de extreem zeldzame vormen van erfelijke trombofilie die tot dan toe bekend waren. Dit leidde tot een hausse aan wetenschappelijk onderzoek, en het inzicht dat een veneuze trombose vrijwel altijd ontstaat door een samenspel van verworven en erfelijke factoren. Het leidde ook tot een hype waarbij de diagnostiek naar factor V Leiden wereldwijd de meest uitgevoerde genetische test werd. Ook werden vrouwen die met orale anticonceptie wilden beginnen vaak getest. Er was voor dit alles geen medische rationale. Bij gezonde jonge vrouwen was het risico op een diepe veneuze trombose zo laag, dat een enorm aantal vrouwen getest zou moeten worden om 1 trombose te voorkomen. Bij patiënten met een diepe veneuze trombose had testen geen zin, omdat factor V Leiden het herhalingsrisico niet beïnvloedt. Het duurde decennia voordat deze hype enigszins weggeëbd was.
Reacties