Dames en Heren,
Angststoornissen zijn goed behandelbare aandoeningen, althans op de korte termijn. Longitudinaal onderzoek laat zien dat een aanzienlijk deel van de herstelde patiënten na verloop van tijd opnieuw klachten krijgt. Het afbouwen van antidepressiva kan hierbij een uitlokkende factor zijn, maar patiënten kunnen ook een terugval hebben zonder aanwijsbare reden. Blijkbaar blijft een bepaalde angstgevoeligheid bestaan, ook als de stoornis in remissie is. Het is daarom van belang alert te zijn op de terugkeer van klachten bij patiënten die hersteld zijn van een angststoornis.
Patiënt A, een 58-jarige man, wordt naar ons verwezen omdat hij na 20 jaar clomipraminegebruik – in een zeer lage, subklinische dosering van 25 mg per dag – de medicatie wil afbouwen. De reden hiervoor is dat patiënt vermoedt dat hij de antidepressiva niet meer nodig heeft. Patiënt is alleenwonend en werkt fulltime naar tevredenheid in een kapperszaak. Hij heeft op 35-jarige leeftijd een paniekstoornis en ernstige agorafobie doorgemaakt, waardoor hij destijds geheel aan huis gebonden was. Hij is toen ingesteld op clomipramine 150 mg per dag, waarop de paniekaanvallen in remissie gingen en het agorafobische vermijdingsgedrag sterk afnam. Met aanvullende gedragstherapie, waarbij patiënt een oefenprogramma kreeg voor het omgaan met situaties die voor hem angstwekkend waren (‘exposure in vivo’), verdwenen de agorafobische klachten. Over een periode van 3 jaar werd de clomipramine door de huisarts afgebouwd naar 25 mg per dag, waarbij de klachten in remissie bleven.
Na het…
Reacties