Samenvatting
Twee patiënten met het syndroom van Down worden beschreven, bij wie zowel epifysiolyse van de heupkop als hypothyreoïdie gediagnostiseerd werd. Beide aandoeningen worden afzonderlijk vaker gezien bij patiënten met het syndroom van Down; de combinatie werd echter niet eerder beschreven. Geconcludeerd wordt dat in geval van loopstoornissen bij patiënten met dit syndroom de diagnose epifysiolyse van de heupkop overwogen moet worden. Als deze diagnose gesteld is, dient de schildklierfunctie onderzocht te worden. Dit geldt vooral wanneer het kind jonger is dan twaalf jaar en een vertraagde skeletleeftijd bestaat al of niet in combinatie met het achterblijven in geestelijke ontwikkeling.
Reacties