Samenvatting
- Voor de behandeling van patiënten met het syndroom van Cushing kunnen diverse ontwikkelingen worden gemeld, zowel wat betreft de chirurgische als de medicamenteuze therapie.
- Bij de ziekte van Cushing door een adrenocorticotroop hormoon (ACTH) producerend hypofyseadenoom geeft de toepassing van endoscopische hypofysechirurgie een betere visualisatie van de sella-inhoud dan de traditionele exploratietechniek. Of dit ook leidt tot betere operatieresultaten is nog onduidelijk.
- Voor mogelijke medicamenteuze therapie zijn nieuwe somatostatineanaloga, zoals SOM230 en de combinatie van een somatostatineanaloog met een dopamineagonist (dopastatine), in ontwikkeling. Voor de behandeling van ectopische ACTH-productie zouden deze middelen eveneens effectief kunnen zijn.
- Daarnaast is behandeling van tumoren met ectopische ACTH-productie mogelijk met radioactief gelabelde somatostatineanaloga, zoals 177lutetium-octreotaat.
- Voor patiënten met een ACTH-onafhankelijk syndroom van Cushing is laparoscopische bijnierresectie de behandeling van keuze.
- Bij bilaterale bijnierhyperplasie kan in zeldzame gevallen medicamenteuze behandeling plaatsvinden, waarbij gebruikgemaakt wordt van nieuwe regulatiemechanismen van de cortisolsecretie.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2365-9
Reacties