Samenvatting
De symptomen en het beloop van (vermoede) HIV-infecties voordat een patiënt naar een specialist wordt verwezen, werden in twee huisartspraktijken met samen 8500 patiënten bestudeerd in een retrospectief patiëntenkaartonderzoek. Het betrof 47 mannen en 3 vrouwen. Bij 38 mannen en 1 vrouw werden symptomen vastgesteld die een HIV-infectie deden vermoeden, terwijl de uitslagen van het serologische onderzoek onbekend waren. Zes mannen konden (bovendien) ondergebracht worden bij de groep patiënten met een HIV-infectie en met symptomen zonder specialistische behandeling; 5 mannen en 2 vrouwen hadden een HIV-infectie zonder symptomen. De observatieperioden varieerden van 1 tot 70 maanden met gemiddelden van respectievelijk 16,5, 16 en 15 maanden. De helft van de waargenomen symptomen betrof de huid of de slijmvliezen; 8 patiënten hadden orale harige leukoplakie. Andere symptomen waren constitutionele symptomen, symptomen als gevolg van luchtwegaandoeningen en lymfadenopathie, en neurologische uitvalsverschijnselen. Bij 13 van de 14 patiënten die werden verwezen, kon de HIV-infectie bevestigd of aangetoond worden. Drie patiënten overleden.
De huisartsgeneeskundige bemoeienis met patiënten die (vermoedelijk) met HIV geïnfecteerd zijn, wordt gekenmerkt door onzekerheid en uiteenlopende symptomen over relatief lange perioden.
Reacties