Subacute scleroserende panencefalitis in Nederland (1976-1986)

Onderzoek
M.F.C. Beersma
J.G. Kapsenberg
W.O. Renier
J.M.D. Galama
J.A.M. van Druten
C.J. Lucas
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1194-9
Abstract

Samenvatting

Een nagenoeg complete registratie van patiënten met subacute scleroserende panencefalitis (SSPE) in Nederland gedurende de periode 1976-1986 heeft het mogelijk gemaakt om het effect van mazelenvaccinatie op het vóórkomen van SSPE na te gaan. Tevens zijn gegevens verkregen omtrent epidemiologie en therapie. In totaal werden er in deze periode 77 nieuwe Nederlandse en 18 uit het buitenland gekomen patiënten geregistreerd. Gebleken is dat het aantal nieuwe Nederlandse patiënten met SSPE ongeveer 5 jaar na de invoering van mazelen-vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma in 1976 geleidelijk ging dalen. Bij één kind, als vierjarige gevaccineerd in 1974, is niet uit te sluiten dat het vaccinvirus de oorzaak van de 9 jaar later optredende SSPE is. De epidemiologische kenmerken van SSPE in Nederland verschilden niet wezenlijk van die in andere landen. Behandeling met inosiplex had geen invloed op het beloop van de ziekte.

Auteursinformatie

Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis en Laboratorium voor Experimentele en Klinische Immunologie van de Universiteit van Amsterdam, Amsterdam.

M.F.C.Beersma; dr.ir.C.J.Lucas, immunoloog.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven.

Mw.dr.J.G.Kapsenberg, arts-microbioloog.

Katholieke Universiteit, Nijmegen.

Dr.W.O.Renier, kinderneuroloog; dr.J.A.M.van Druten, medisch statisticus.

Academisch Ziekenhuis, Maastricht.

Dr.J.M.D.Galama, arts-microbioloog.

Contact mw.dr.J.G.Kapsenberg

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties