Sturen op kwaliteit: niet door beleidsmakers, maar door patiënten!

Jan Kremer
Bastiaan Bloem
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:B582

artikel

Er is veel gedoe over kwaliteitsindicatoren. Meten de huidige indicatoren eigenlijk wel wat ze moeten meten? Is het maken en het gebruiken ervan in de praktijk niet te complex en duur? Is er niet teveel bureaucratie? Steeds meer mensen in het veld twijfelen of we wel op de goede weg zitten en vragen zich af of de politiek niet teveel vraagt.

Op zich zijn zowel externe als interne indicatoren broodnodig. Het is niet meer dan normaal dat zorgverleners verantwoording afleggen aan diegenen die betalen. Bovendien is feedback over eigen handelen een krachtig middel om de kwaliteit van het werk te verbeteren. Daarbij is het wel van belang de uitkomsten van indicatoren niet te zien als het ultieme antwoord, maar als het begin van een gesprek over de geleverde kwaliteit. De verwachtingen moeten niet te hoog zijn.

Natuurlijk proberen alle partijen (waaronder beleidsmakers, kwaliteitsinstituten en artsen) om indicatoren zo zorgvuldig mogelijk te ontwikkelen. Ze moeten betrouwbaar, valide en toepasbaar zijn. En dan nog het liefst gebaseerd op richtlijnen en consensus en gecorrigeerd voor case-mix. Maar het resultaat van dit mooie streven is dat we zitten met een complex en duur systeem van versnipperde indicatoren, waarvan de resultaten in de praktijk vaak lastig te meten en te presenteren zijn.

Daarnaast sluimert de ongemakkelijke vraag of we wel de juiste aspecten van zorg meten. Waar gaat het eigenlijk om in ons werk? Van oudsher zijn we vooral bezig met zaken waarvan wij denken dat ze goed zijn voor patiënten. We richten ons daarbij op het genezen van ziekten, en het zorgen voor zieken. Daarvoor worden we betaald. Maar sluit dat nog wel helemaal aan bij deze tijd waarin samenwerking en het perspectief van patiënten steeds belangrijker worden? De hedendaagse patiënten zijn steeds beter geïnformeerd en willen en kunnen actief meewerken aan het bevorderen van hun eigen gezondheid. De Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) spreekt in dit licht over een verschuiving van ‘ziekte & zorg’ naar ‘gezondheid & gedrag’.

Hoe moet het nu verder met indicatoren? Het is de hoogste tijd dat we oplossingen vinden die het maken en gebruiken van indicatoren eenvoudiger en goedkoper maken. Ze hoeven niet eens beter, maar moeten wel meer aansluiten bij die zaken waar het voor patiënten echt om draait, zoals de mate van patiëntgerichtheid van de zorg en natuurlijk hun uiteindelijke gezondheid.

Patiënten zelf kunnen daarbij misschien wel een hoofdrol gaan spelen. Gezondheid 2.0 – als metafoor voor een moderne gezondheidszorg waaraan zowel patiënten als professionals een actieve bijdrage leveren – biedt daarbij enorme kansen. Dankzij de opkomst van sociale media en nieuwe webtechnologieën kunnen grote aantallen tot nu toe slecht georganiseerde groepen een stem krijgen, en dus ook de patiënten! Tegen lage kosten en met relatief weinig inspanning kunnen patiënten enerzijds helpen met het ontwikkelen van goede indicatoren, en anderzijds met het daadwerkelijk meten van deze indicatoren in de dagelijkse praktijk. Dus, dames en heren politici, handen af van indicatoren. Laat het bepalen van kwaliteit en het meten daarvan over aan patiënten. Gezondheid 2.0 helpt patiënten daarbij. De stem van het volk als ultieme vorm van democratie in een nieuwe gezondheidszorg.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties