Samenvatting
Doel
Vaststellen van psychische neveneffecten van mammografische screening bij vrouwen met een uitslag ‘non-maligne’ die voor de eerste keer hadden deelgenomen aan het landelijke bevolkingsonderzoek naar borstkanker.
Opzet
Retrospectief.
Methode
In 1993/'94 werden in en rond Zwolle alle 95 vrouwen met een fout-positieve mammografische screeningsuitslag gematcht naar leeftijd en woonplaats met twee vrouwen met een negatieve uitslag (normaal mammogram) (n = 190). Als referentiegroep werd een aselecte steekproef (n = 400) getrokken uit de vrouwelijke populatie van een nabijgelegen gemeente die nog niet was opgenomen in het landelijke bevolkingsonderzoek. De ervaringen met de screening en de psychische gesteldheid van de gescreende vrouwen werden 8-10 weken na deelname (T1) en een half jaar later (T2) gemeten met behulp van interviews en vragenlijsten voor zelfrapportage. De referentiegroep ontving tweemaal een schriftelijke vragenlijst.
Resultaten
De gemiddelde leeftijd was in de groep met de fout-positieve uitslag (57,9 jaar) en in die met de negatieve uitslag (57,7 jaar) iets lager dan in de referentiegroep (59,2 jaar). Er waren minder gehuwde vrouwen in de groep met de fout-positieve uitslag (72) dan in die met de negatieve uitslag (85) en in de referentiegroep (79). Zowel op tijdstip T1 als op tijdstip T2 scoorden de 74 respectievelijk 65 deelnemende vrouwen met een fout-positieve uitslag hoger dan de 113 respectievelijk 105 deelnemende vrouwen met een negatieve uitslag bij vrijwel alle indicatoren voor psychisch ‘onwelbevinden’, maar de groep met de fout-positieve uitslag verschilde in dit opzicht niet van de referentiegroep (n = 238 respectievelijk 142). De vrouwen met een negatieve uitslag hadden de laagste scores bij beide metingen. Van de vrouwen met een fout-positieve uitslag gaven op tijdstip T1 45 (61) te kennen de periode vanaf de verwijzing na de screening tot de uiteindelijke gunstige uitslag als zeer stressvol te hebben ervaren; op tijdstip T2 voelden 61 (94) zich redelijk tot volledig gerustgesteld en 4 (6) een beetje of niet.
Conclusie
De ‘psychische kosten’ van bevolkingsonderzoek naar borstkanker lijken niet erg groot. Waargenomen verschillen in psychisch functioneren tussen vrouwen met een fout-positieve uitslag en vrouwen met een negatieve uitslag lijken eerder toe te schrijven aan een opluchtingseffect na een negatieve screeningsuitslag dan aan toegenomen angst en spanning na een fout-positieve uitslag.
Reacties