artikel
Het lijkt van alle tijden: huisartsen hebben het druk. Bijna drie kwart van de Nederlandse huisartsen ervaart een te grote werkdruk en dat percentage is hoger dan dat in veel andere westerse landen (D5419). Daarnaast ervaart 1 op de 3 hun werk als zeer stressvol. Ook een aanmerkelijk percentage, maar dat ligt in veel andere landen nog beduidend hoger. Blijkbaar gaan werkdruk en stress niet altijd hand in hand en dat begrijp ik ook wel: hard en veel werken kan heel bevredigend zijn, maar moeten doen wat je eigenlijk niet wilt of waarvoor je niet bent opgeleid geeft frustratie en stress. En dat geldt natuurlijk niet alleen voor huisartsen.
Al geruime tijd proberen huisartsen het tij van toenemende onvrede over inhoud en uitvoering van hun vak te keren. Om in zeemanstermen te blijven: de bakens moeten verzet, het roer moet om. Minder regels, minder bureaucratie, meer aandacht voor onze patiënten. Geleidelijk wordt ook wel succes behaald, maar logge tankers laten zich moeilijk van koers veranderen.
‘Door de coronastorm zijn al aardig wat bakens verzet’
Misschien dat het coronavirus die gewenste veranderingen in een stroomversnelling brengt. Corona heeft de praktijkvoering flink veranderd. Niet alleen lijken huisartspraktijken zorgvuldiger te triëren, ook patiënten worden selectiever in het raadplegen van hun huisarts. Hoewel dit zeker ook ongewenste gevolgen kan hebben, concentreren de hulpvragen zich meer op de essentie van ons vak en lossen allerlei huis-tuin-en-keukenprobleempjes zich vanzelf op zonder tussenkomst van de huisarts. Daarnaast is er vaak meer tijd voor patiënten die wél op het spreekuur komen. Het strakke wachtkamerregime met 1,5 meter parkeervakken beperkt immers het aantal spreekuurplekken. Ook heeft het elektronisch overleg met de tweede lijn een krachtige impuls gekregen.
De coronapandemie brengt veel meer kwaads dan goeds en velen staan, zowel in- als extramuraal, al maanden in zwaar weer. Maar als de coronastorm is gaan liggen, gloort wellicht een nieuwe horizon.
Reacties