artikel
Ze komen weer terug, de wachtlijsten. De mantra dat in 2040 iedereen de helft van zijn inkomen wegbrengt naar de zorg, is blijkbaar zo afschrikwekkend dat er sinds een paar weken weer geroepen wordt dat strikte budgetten de oplossing zijn. Wachtlijsten zouden dokters scherper doen indiceren en Jan met de pet zou ook nog wel eens nadenken of hij echt een nieuwe knie wil.
We doen te veel, dat is duidelijk. Soms hebben anderen daar schuld aan: een MRI bij een maand nekpijn omdat de fysiotherapeut dat de patiënt stellig aanraadt, het verzoek om laserbehandeling voor 3 doorgegroeide haren tussen de wenkbrauwen van een jonge patiënte omdat de verzekeraar dat dan vergoedt. Maar meestal doen we het als artsen helemaal zelf: gelijk een coronairangiografie en een voorstel tot dure stents bij geringe angina-pectorisklachten zonder eerst adequate medicatie te geven, een nieuwe knie bij een 80-plusser die door alle andere artrose al lang niet meer aan lopen toekwam… Als ik elke dag opschrijf aan welke onzin ik mijn patiënten blootstel of laat blootstellen, dan slaat het cynisme met regelmaat toe. Ik geloof wel in die 8 miljard van Klink. Hij is alleen vergeten te vertellen hoe je al die overbodige lucht uit het systeem perst. Destijds bij de strikte budgetten waren er ook overbodige ingrepen, die deden we dan alleen in de eerste helft van het jaar. De koppeling tussen aantallen verrichtingen en vergoeding bevordert het kritisch nadenken over nut en noodzaak natuurlijk niet. Je gaat wat makkelijker geloven dat actief handelen ook daadwerkelijk effectiever is dan gewoon op je handen zitten.
Het beheersen van de kosten zal toch van de dokters zelf moeten komen, van ons eigen inzicht dat wat we aan de ene kant aan een patiënt geven dus niet elders uitgegeven kan worden. Als 44% van de acuut opgenomen oudere patiënten, die voor de opname al een hoog risico op functieverlies hadden, een jaar na de opname dood is en bijna 25% ernstige beperkingen heeft, moeten we ons toch echt afvragen aan wie we ingrijpende curatieve zorg bieden en aan wie zorg gericht op comfort (blz. 1700, A5053). We moeten maar eens af van het idee dat we het in de spreekkamer niet over kosten-baten mogen hebben en dat de politiek dat maar uit moet maken. Bij veel van die heel dure ingrepen is de klinische effectiviteit op kwaliteit van leven maar heel beperkt en dat is echt ons pakkie-an. Met die invalshoek valt het patiënten best uit te leggen waarom iets niet zinvol is. Niet omdat het duur is, maar omdat de effectiviteit te gering is.
De oplossing zit dus niet alleen in het vaststellen van een budget, maar vooral in ‘kijk-en-luistergeld’ en durf van de dokter om zaken te laten voor wat ze zijn. Als u nu eens in elke patiëntenbespreking expliciet de vraag stelt hoeveel kwaliteit van leven u toevoegt door een voorgestelde ingreep of behandeling en direct opzoekt wat dat kost?
Reacties