Samenvatting
Doel
Inzicht krijgen in de geneesmiddelenkosten in de ziekenhuizen, in het bijzonder in het aandeel van nieuwe, dure geneesmiddelen in het verleden en in de toekomst.
Opzet
Descriptief.
Methode
Over intramuraal verstrekte geneesmiddelen werden gegevens verzameld van 6 van de 95 algemene, 5 van de 14 topklinische, 4 van de 8 academische en 1 van de 13 categorale ziekenhuizen over de periode 1 januari 1996-31 december 2000. De gegevens werden per ziekenhuiscategorie en per jaar naar geheel Nederland geëxtrapoleerd op basis van adherentiecijfers. De geneesmiddelenkosten werden berekend op basis van de inkoopprijzen. Voor de belangrijkste potentieel nieuwe geneesmiddelen werd nagegaan of ze daadwerkelijk op de markt zouden komen en substantieel zouden bijdragen aan de geneesmiddelenkosten.
Resultaten
De totale geneesmiddelenkosten in 2000 in de Nederlandse ziekenhuizen werden geraamd op € 402 miljoen. Hiervan kon 19 worden herleid tot het gebruik van oncolytica en 14 tot dat van systemische antibacteriële middelen. In 2000 werd 12 van de kosten veroorzaakt door het gebruik van nieuwe, dure geneesmiddelen. Over de periode 1996-2000 stegen de totale geneesmiddelenkosten met gemiddeld 8 per jaar. De bijdrage van nieuwe en dure geneesmiddelen verdubbelde nagenoeg, waarvan de middelen tegen kanker de belangrijkste groep vormden. Een groot deel van de potentieel nieuwe geneesmiddelen bestond uit innovatieve middelen tegen kanker en immuunziekten, die waarschijnlijk ook duur zullen zijn. De verwachting was dat de kosten voor intramurale geneesmiddelenverstrekking hierdoor de komende jaren zullen stijgen met tenminste 20 per jaar.
Reacties