artikel
‘Hoe lang moet dit nog duren?’ Een vaak gehoorde verzuchting van omstanders aan het bed van een stervende. Er klinkt zeker compassie in door, soms ook ongeduld. Een stervensfase kan veel tijd nemen, wel dagen, soms meer dan een week. Vaak is de patiënt dan niet meer bij bewustzijn en het stervensproces onomkeerbaar. Maar hoe invoelbaar een verzoek om bespoediging van de dood bij een comateuze patiënt ook kan zijn, het mag niet. Ook in het zicht van een snel naderend levenseinde is een actieve levensbeëindiging dan niet aan de orde en rest ons niets anders dan goede zorg voor de stervende patiënt.
Het zien van een stervende kan naar en beangstigend zijn: een ingevallen gelaat, een open mond, onregelmatige en vaak ook luidruchtige, reutelende ademhaling… Hoewel een comateuze patiënt zelf dit reutelen niet als benauwdheid zal ervaren, kunnen omstanders het zien als uiting van een uitputtende doodsstrijd.
‘Wie heeft het meest baat bij een levenseinde zonder reutelen?’
Jet van Esch en haar collega’s doen in dit nummer verslag van hun onderzoek, waarin ze aantonen dat preventieve toediening van scopolaminebutyl aan stervenden het reutelen doet verminderen (D6509). Dit zorgvuldig uitgevoerde onderzoek is belangrijk voor het vakgebied van de palliatieve zorg, maar roept ook vragen op (D6716). Het middel blijkt effectief, maar wie heeft daar uiteindelijk baat bij? Niet de patiënten zelf: die zullen – als laatste daad van altruïsme – toestemmen in toediening van het middel om het sterven niet voor henzelf, maar voor de omstanders draaglijker te maken. Als patiënten daar vrijwillig en zonder druk toe besluiten, zou dit zeker kunnen bijdragen aan de gemoedsrust van de omstanders– de onderzoekers vermelden dit overigens niet. Maar is het niet ook een exponent van het streven om de soms harde confrontatie met de dood te willen verzachten? Geboorte en sterfte markeren zelden geruisloos de grenzen van ons leven. Ze roepen de meest intense emoties op. Daar zijn ruimte en tijd voor nodig.
Het onderzoek van Van Esch onderstreept hoe dan ook het belang van een goede begeleiding van een sterfbed. Het vraagt niet alleen zorg voor de patiënten, maar ook aandacht voor hun naasten. Want meestal sterven mensen gelukkig niet alleen.
Reacties