Dames en Heren,
Atherosclerose van de nierarteriën komt vaak voor en is de oorzaak van ruim een kwart van alle gevallen van nierinsufficiëntie.1 Wanneer hiervoor uiteindelijk nierfunctievervangende therapie nodig is, is de mortaliteit in de jaren daarna aanzienlijk. Wij presenteren 3 patiënten met een anatomische of functionele mononier die een nierarteriestenose hadden door atherosclerose. Wij besloten een stent bij hen te plaatsen, hoewel er geen overtuigend wetenschappelijk bewijs is dat endovasculaire behandeling beter is dan medicamenteuze.2,3
Patiënt A, een 60-jarige man, was 17 jaar eerder beoordeeld vanwege een forse, waarschijnlijk essentiële hypertensie bij een mononier links met agenesie van de rechter nier. Een destijds verricht renogram had geen bijzonderheden van de linker nier getoond. 8 jaar geleden werd patiënt opgenomen in verband met een pneumonie en decompensatio cordis. De creatinineklaring, of geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) berekend met de ‘Modification of diet in renal disease’(MDRD)-formule, was 60 ml/min…
Stent bij nierarteriestenose
Geachte redactie,
Met veel belangstelling hebben wij het artikel van Luiken en medewerkers gelezen. (1)
Graag willen wij een indikatie toevoegen aan stentplaatsing in een stenotische mononier : acute anurische nierinsufficientie op basis van trombosering bij een nierarteriestenose.
In 2012 zagen wij een thans 56 jarige vrouw in verband met sedert twee dagen bestaande anurie. De voorgeschiedenis vermeldt een maagresectie vanwege een Non Hodgkin lymfoom in 1974 , en een nefrectomie links in 1980 vanwege onbehandelbare renovasculaire hypertensie,en nierfunctiestoornissen (serumkreatinine 140 umol/l)
Bij lichamelijk onderzoek werden geen tekenen van dehydratie vastgesteld. Het laboratoriumonderzoek toonde een ernstige achteruitgang van de nierfunctie (serumkreatinine 280 umol/l). Een echo van de rechter nier toonde geen stuwing. Het urine sediment liet geen afwijkingen zien. Op verdenking van een afsluiting van de nierarterie in de mononier werd een angiografie verricht, waarbij inderdaad een totale stop 4 mm van de origo werd gezien (figuur 1). Na overleg met een interventieradioloog en vaatchirurg in Medisch Spectrum Twente werd zij aangeboden voor stentplaatsing. In verband met een acute nierinsufficientie werd er gestart met intermitterende hemodialyse.
De stentplaatsing verliep ongecompliceerd, en binnen 24 uur kwam de diurese op gang. Na 2 weken was de nierfunctie zodanig verbeterd, dat dialyse gestaakt kon worden. Na 8 weken was de nierfunctie weer terug op het oude niveau, en was zij normotensief, zonder medicatie.
Bespreking: aanvankelijk was er twijfel bij de interventieradioloog over de vitaliteit van de nier.
Ons inziens zijn er twee lessen uit deze ziektegeschiedenis te trekken:
Referenties:
Dr Arend Jan J Woittiez, internist nefroloog, Drs Gert Jan Wagenmakers, interventie –radioloog, Ziekenhuisgroep Twente, Dr Ad B Huisman, interventie-radioloog , Medisch Spectrum Twente.
Email: a.woittiez@zgt.nl
Stent bij mononier (antwoord auteurs)
Wij danken de collega’s uit Twente voor hun nuttige aanvulling op ons artikel. De door hen beschreven casus toont de effecten van revascularisatie zelfs na volledige afsluiting van de arteria renalis bij een mononier. Zowel bij deze totale als bij de subtotale afsluiting spelen collateralen mogelijk een rol.
Geert Luiken en Ad Dees