VRAAG 14. Staat de Nederlandse octrooiwet toe, dat licenties verleend kunnen worden voor de bereiding van bestaande preparaten volgens een ander procédé? Zo ja, is dan het alternatieve eindprodukt in alle gevallen identiek aan het bestaande produkt (verontreinigingen)? Wat zijn de toelatingscriteria voor de Nederlandse markt indien beide produkten niet identiek zijn of mogelijk verschillende verontreinigingen hebben?
ANTWOORD. Een bereidingswijze is in principe octrooieerbaar. Of de bereidingswijze voldoende bijzonder is dat ook feitelijk een octrooi wordt verleend, bepaalt de Octrooiraad. Indien op een bereidingswijze octrooi wordt verleend, terwijl op de stof of het eindprodukt al een octrooi bestaat, wordt slechts een afhankelijk octrooi verleend. Dit houdt in, dat weliswaar de werkwijze geoctrooieerd is, doch dat de houder van dit afhankelijk octrooi het produkt niet in de handel mag brengen. Dit laatste is immers voorbehouden aan degene die al een (ouder) octrooi heeft op de stof of op het eindprodukt zelf…
Reacties