Samenvatting
Doel
Het kwantificeren van de prevalentie van en de functionele beperkingen die verband houden met somatoforme stoornissen in de huisartspraktijk en de comorbiditeit met angst en depressie.
Opzet
Prevalentieonderzoek.
Methode
In een 2-stapsprevalentieonderzoek werd in de periode april 2000-december 2001 een vragenlijst verstuurd aan opeenvolgende huisartsbezoekers met een leeftijd van 25-79 jaar (n = 1778). Op grond van de vragenlijst (n = 1046) werd bij de hoogrisicopatiënten en een deel van de laagrisicopatiënten een gestandaardiseerd diagnostisch interview (‘Schedules for clinical assessment in neuropsychiatry’; SCAN 2.1) afgenomen (n = 473). In de analysen werden de prevalentiecijfers berekend door terug te wegen naar de oorspronkelijke consulterende populatie.
Resultaten
De prevalentie van somatoforme stoornissen was 16 (95-BI: 12,8-19,4). Comorbiditeit met angststoornis of depressieve stoornis kwam 3,3 maal zo vaak voor als verwacht op basis van toeval. Zowel somatoforme stoornissen als angststoornis of depressieve stoornis leidden tot een aanzienlijke ziektelast. Bij een combinatie van stoornissen namen de lichamelijke klachten, depressieve klachten en functionele beperkingen evenredig toe.
Conclusie
De bevindingen ondersteunen het belang van een brede diagnostiek die zowel angststoornis of depressieve stoornis als somatoforme stoornissen omvat.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:671-6
Reacties