Samenvatting
Doel
Vaststellen of de toevoeging van een hematopoëtische groeifactor aan het behandelingschema van patiënten met koorts en granulocytopenie na chemotherapie de opnameduur kan verkorten.
Opzet
Placebo-gecontroleerd fase III-onderzoek.
Plaats
Hematologische en (of) oncologische afdelingen van 6 academische ziekenhuizen (Amsterdam (Vrije Universiteit), Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam) en de Dr. Daniel den Hoed Kliniek, Rotterdam.
Methode
Patiënten met een hematologische of oncologische maligniteit met koorts (> 38,5°C eenmalig gemeten of > 38°C over een 12 h observatieperiode) en door chemotherapie geïnduceerde granulocytopenie (< 0,5 x 109l) werden in het onderzoek opgenomen. De behandeling bestond uit een ziekenhuisopname gevolgd door het geven van breedspectrumantibiotica in combinatie met granulocyt-macrofaag-kolonie-stimulerende factor (GM-CSF) (5 µgkgdag) of placebo. De behandeling werd gestaakt als gedurende 2 opeenvolgende dagen de temperatuur normaal was en het granulocytenaantal gestegen was tot ≥ 1,0 x 109l, of bij een totaal leukocytengetal ≥ 10 x 109l, beide gevolgd door een 24 h observatieperiode. Deze totale periode werd gedefinieerd als opnameduur.
Resultaten
In totaal werden 134 patiënten behandeld, van wie 47 een hematologische en 87 een andere oncologische maligniteit hadden: 65 patiënten werden behandeld met GM-CSF en 69 met placebo. In de GM-CSF-groep trad een versneld herstel op van het aantal granulocyten in het perifere bloed, maar zowel het mediane aantal dagen met een granulocytenaantal < 1,0 x 109l als het aantal dagen koorts verschilde niet voor de groepen. Bovendien werd geen significant verschil aangetoond in de mediane opnameduur bij de groepen; GM-CSF-behandeling: 6 dagen (uitersten: 3-14), placebobehandeling: 7 dagen (4-14).
Conclusie
De toevoeging van GM-CSF aan het behandelingsprotocol bij patiënten met koorts en granulocytopenie na chemotherapie leidt niet tot een verkorting van de opnameduur.
Reacties