Samenvatting
- De meeste antidepressiva geven in meer of mindere mate seksuele bijwerkingen. Deze zijn een gevolg van een verhoogde serotonineneurotransmissie in het centrale zenuwstelsel, een stimulerend effect op postsynaptische serotoninereceptoren en effecten op het perifere zenuwstelsel.
- De door antidepressiva veroorzaakte seksuele stoornissen kunnen leiden tot verminderde therapietrouw.
- Van seksuele bijwerkingen zijn tot nog toe vooral casuïstische beschrijvingen gepubliceerd en maar weinig dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken. Hierdoor wordt generalisatie van bevindingen bemoeilijkt.
- De beste behandeling is het geven van een ander antidepressivum dat vermoedelijk geen of nauwelijks seksuele bijwerkingen geeft. Er bestaat dan wel de kans op verminderde antidepressieve werking en op niet-seksuele bijwerkingen.
- De ernst van seksuele bijwerkingen van de verschillende serotonineheropnameremmers lijkt onderling te verschillen.
- Weinig tot geen seksuele bijwerkingen geven de meer noradrenerg en dopaminerg werkende antidepressiva (sommige tricyclische antidepressiva, bupropion), evenals antidepressiva met een postsynaptische receptorblokkerende werking (nefazodon en mirtazapine).
Reacties