Samenvatting
Doel
Inventariseren van het seksueel gedrag bij kleuters van groep 2 van de basisschool en het verband vaststellen met achtergrondgegevens van ouders en met de wijze van omgaan van ouders met hun kind.
Opzet
Inventariserend.
Plaats
Naarden, Bussum en de Hilversumse Meent.
Methode
Gedurende het schooljaar 1992‘93 werd aan alle Nederlandse ouders van de kleuters gevraagd een vragenlijst in te vullen over achtergrondgegevens, en houding tegenover en reactie op seksueel gedrag van kinderen, en het seksuele gedrag van hun kind te scoren op een seksueel-gedragsvragenlijst (SGL).
Resultaten
Over 362 kleuters werden gegevens verzameld, 190 jongens en 172 meisjes, met een gemiddelde leeftijd van 5,6 jaar (respons: 62). Respondenten met een middelbare opleiding waren in de onderzoeksgroep enigszins oververtegenwoordigd ten opzichte van de woonstreek. ‘Aanraken van de eigen geslachtsdelen’ en ‘doktertje spelen’ werden het meest door de ouder gerapporteerd (respectievelijk 95 en 63 van de jongens, 85 en 86 van de meisjes). ‘Volwassen’ seksueel gedrag werd wel waargenomen, maar veel minder (respectievelijk 7 en 8). Van de achtergrondgegevens correleerde alleen de mate van blootheid binnen het gezin positief met de somscore op de SGL. Hoger opgeleiden hadden een meer permissieve houding ten aanzien van seksualiteit dan lager opgeleiden.
Conclusie
Kleuters vertoonden seksueel gedrag gericht op het verwerven van kennis en ontdekken van basale lustgevoelens. ‘Typisch volwassen’ seksueel gedrag werd door de respondenten zelden waargenomen, maar kwam wel voor. Voorzichtigheid bij het concluderen dat er sprake is van seksueel misbruik op basis van een enkele waarneming van atypisch seksueel gedrag is dus geboden.
Reacties