Seksueel gedrag van kleuters

Onderzoek
J.M.E. Oostveen
J.F. Meulmeester
P.T. Cohen-Kettenis
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:2200-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Inventariseren van het seksueel gedrag bij kleuters van groep 2 van de basisschool en het verband vaststellen met achtergrondgegevens van ouders en met de wijze van omgaan van ouders met hun kind.

Opzet

Inventariserend.

Plaats

Naarden, Bussum en de Hilversumse Meent.

Methode

Gedurende het schooljaar 1992‘93 werd aan alle Nederlandse ouders van de kleuters gevraagd een vragenlijst in te vullen over achtergrondgegevens, en houding tegenover en reactie op seksueel gedrag van kinderen, en het seksuele gedrag van hun kind te scoren op een seksueel-gedragsvragenlijst (SGL).

Resultaten

Over 362 kleuters werden gegevens verzameld, 190 jongens en 172 meisjes, met een gemiddelde leeftijd van 5,6 jaar (respons: 62). Respondenten met een middelbare opleiding waren in de onderzoeksgroep enigszins oververtegenwoordigd ten opzichte van de woonstreek. ‘Aanraken van de eigen geslachtsdelen’ en ‘doktertje spelen’ werden het meest door de ouder gerapporteerd (respectievelijk 95 en 63 van de jongens, 85 en 86 van de meisjes). ‘Volwassen’ seksueel gedrag werd wel waargenomen, maar veel minder (respectievelijk 7 en 8). Van de achtergrondgegevens correleerde alleen de mate van blootheid binnen het gezin positief met de somscore op de SGL. Hoger opgeleiden hadden een meer permissieve houding ten aanzien van seksualiteit dan lager opgeleiden.

Conclusie

Kleuters vertoonden seksueel gedrag gericht op het verwerven van kennis en ontdekken van basale lustgevoelens. ‘Typisch volwassen’ seksueel gedrag werd door de respondenten zelden waargenomen, maar kwam wel voor. Voorzichtigheid bij het concluderen dat er sprake is van seksueel misbruik op basis van een enkele waarneming van atypisch seksueel gedrag is dus geboden.

Auteursinformatie

GGD Gooi en Vechtstreek, afd. Jeugdgezondheidszorg, Postbus 251, 1400 AG Bussum.

Mw.J.M.E.Oostveen, jeugdarts.

TNO Preventie en Gezondheid, Leiden.

Mw.dr.J.F.Meulmeester, jeugdarts-epidemioloog.

Academisch Ziekenhuis, afd. Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Utrecht.

Mw.prof.dr.P.T.Cohen-Kettenis, klinisch psycholoog.

Contact mw.J.M.E.Oostveen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties