Samenvatting
- Een grootschalig aanbod van screening op dragerschap van het fragiele-X-syndroom is voorbarig. Vooral de slechts beperkte mogelijkheden om, in de algemene populatie, dragerschap (van een instabiele premutatie) trefzeker aan te tonen brengen ethische dilemma's met zich mee.
- Er is ook onvoldoende bekend over de mogelijke psychologische gevolgen hiervan.
- Een pilotstudie kan alleen worden begonnen als aannemelijk is dat populatiescreening een duidelijke meerwaarde heeft ten opzichte van cascadescreening, en als aan het proportionaliteitsvereiste is voldaan.
- In dat geval heeft een preconceptioneel aanbod de voorkeur boven prenatale screening.
- Een procesmatige manier van informatie verstrekken sluit het meest aan bij het besluitvormingstraject dat mogelijk volgt na deelname aan screening op dragerschap van het fragiele-X-syndroom.
- Nader onderzoek naar de ethiek van cascadescreening is wenselijk. Deze screening kan eventueel complementair aan populatiescreening plaatsvinden.
Reacties