Screening op asymptomatische infectie met Chlamydia trachomatis in de zwangerschap; gunstige kosteneffectiviteit bij een prevalentie van tenminste 3%

Onderzoek
M.J. Postma
A. Bakker
R. Welte
J.E.A.M. van Bergen
J.A.R. van den Hoek
L.T.W. de Jong-van den Berg
J.C. Jager
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:2350-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Schatting van de kosteneffectiviteit van screening op Chlamydia trachomatis-infectie bij zwangere vrouwen.

Opzet

Farmaco-economische modelberekening.

Methode

De kansen op C. trachomatis-infectie in de zwangerschap en op complicaties van de infectie alsmede de kosten van screening, van complicaties (‘pelvic inflammatory disease’, chronische buikpijn, extra-uteriene graviditeit, onvruchtbaarheid en neonatale pneumonie) en van behandeling werden geschat. Er werd uitgegaan van de ligasekettingreactie-test op een urinemonster en behandeling met erytromycine of amoxicilline als tweede keus. Op basis daarvan werd de kosteneffectiviteit berekend, uitgedrukt in netto directe en indirecte kosten per vermeden ernstige complicatie.

Resultaten

Bij een C. trachomatis-prevalentie in de zwangerschap van 4 of meer overtroffen de baten de kosten. Indien de prevalentie tussen 2,82 en 4,00 was, waren de kosten hoger dan de baten, maar waren de nettokosten per ernstige complicatie minder dan ƒ 1000,-. Uit deze berekeningen en de gevoeligheidsanalyse bleek dat screening bij C. trachomatis-prevalenties boven 3 netto minder dan ƒ 1000,- per vermeden ernstige complicatie kost en mogelijk kostenbesparend is. Er zijn geen recente Nederlandse gegevens over de C. trachomatis-prevalentie in de zwangerschap gepubliceerd.

Conclusie

Op basis van de huidige gegevens is vanuit farmaco-economisch perspectief C. trachomatis-screening in de zwangerschap aan te bevelen indien de C. trachomatis-prevalentie onder zwangere vrouwen 3 of meer is.

Auteursinformatie

Groningen University Institute for Drug Exploration/Groningen Research Institute of Pharmacy, Antonius Deusinglaan 1, 9713 AV Groningen.

Dr.M.J.Postma, farmaco-econoom; mw.A.Bakker, student farmacie; mw.prof.dr.L.T.W.de Jong-van den Berg, farmaco-epidemioloog.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.

Drs.R.Welte, gezondheidseconoom; dr.J.C.Jager, theoretisch bioloog.

Stichting SOA-bestrijding, Utrecht.

J.E.A.M.van Bergen, huisarts-epidemioloog.

Gemeentelijke en Geneeskundige Gezondheidsdienst, Amsterdam.

Mw.dr.J.A.R.van den Hoek, arts-epidemioloog.

Contact dr.M.J.Postma

Verantwoording

Dit artikel wordt afgedrukt met meer dan 6 auteurs; naar het oordeel van de redactie voldoen allen aan de criteria voor auteurschap.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties