Zie ook de artikelen op bl. 498 en 502.
Inleiding
Rond de laatste eeuwwisseling werd door Kraepelin reeds het vermoeden geuit dat schizofrenie een stoornis is van de frontale en temporale kwabben van de hersenen.1 Hij stelde dat de plannings- en beoordelingsproblemen die bij deze aandoening veelvuldig vóórkomen een reflectie zouden zijn van frontale betrokkenheid, terwijl eigenaardigheden in de spraak en auditieve hallucinaties te maken zouden hebben met temporale beschadiging. Substantiëring van deze hypothese met anatomische gegevens was in die tijd alleen goed mogelijk door post mortem-onderzoek en de resultaten hiervan waren overwegend negatief.2 Dit resulteerde in een periode van windstilte op het gebied van het neuro-anatomisch onderzoek bij schizofrene patiënten, tot in de jaren tachtig van deze eeuw hernieuwde belangstelling ontstond, mede gebaseerd op bevindingen uit het beeldvormend onderzoek. Hoewel eerder gerapporteerd in pneumo-encefalografische onderzoeken,3 werd in 1976 voor het eerst met behulp van computertomografie…
Reacties