Samenvatting
- Een adequate behandeling van scafoïdfracturen vereist een snelle en betrouwbare diagnostiek. Essentieel zijn een goede anamnese van het trauma en klinisch onderzoek.
- Met standaard scafoïdröntgenfoto’s wordt meer dan 20 van alle scafoïdfracturen gemist. Daarom is bij klinische aanwijzingen voor een scafoïdfractuur die niet bevestigd kan worden middels röntgenfoto’s, nader diagnostisch onderzoek aangewezen.
- Het is niet duidelijk welk aanvullend diagnosticum (botscintigrafie, MRI of CT) de voorkeur heeft.
- Voor stabiele fracturen is onderarmgips zonder immobilisatie van de duim adequaat.
- Instabiele fracturen en proximale poolfracturen komen in aanmerking voor een open of percutane behandeling.
- Behalve het type fractuur moeten ook patiëntspecifieke eisen meewegen in de besluitvorming over de geschiktste behandeling.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:742-7
Reacties