Samenvatting van de standaard ‘<b>Preventie en vroegdiagnostiek van cervixcarcinoom’ </b>van het Nederlands Huisartsen Genootschap

Klinische praktijk
Paul G.H. Janssen
Louwrens J. Boomsma
Pieter A.J. Buis
Corinne Collette
Froukje S. Boukes
Lex N. Goudswaard
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A517
Abstract

Samenvatting

  • Aan alle gevallen van cervixcarcinoom ligt een persisterende infectie met het Humaan papillomavirus (HPV) ten grondslag.

  • Na een Pap 2- of Pap 3a1-uitslag volgt na zes maanden een herhalingsuitstrijk met HPV-diagnostiek.

  • Nu de HPV-vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) is opgenomen, zal naar schatting zowel het jaarlijkse aantal ziektegevallen als het aantal sterfgevallen halveren.

  • Na vaccinatie tegen HPV blijft deelname aan het bevolkingsonderzoek noodzakelijk.

  • Geven van borstvoeding is niet langer een reden om geen uitstrijkje te laten maken; wel moet op het aanvraagformulier worden vermeld dat de vrouw borstvoeding geeft.

  • Dunnelaagcytologie is gelijkwaardig aan het klassieke uitstrijkje en biedt de mogelijkheid tot HPV-diagnostiek.

  • De huisarts is verantwoordelijk voor de berichtgeving van een afwijkende uitslag van het bevolkingsonderzoek aan de vrouw.

Auteursinformatie

Nederlands Huisartsen Genootschap, afd. Richtlijnontwikkeling en Wetenschap, Utrecht.

Dr. P.G.H. Janssen, drs. F.S. Boukes en dr. A.N. Goudswaard, huisartsen.

Drs. P.A.J. Buis, huisarts te Harderwijk.

Drs. C. Collette, huisarts te Utrecht.

Contact dr. P.G.H. Janssen (p.janssen@nhg.org)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 25 maart 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties