Samenvatting
- Het routinematig onderzoek van de pasgeborene door de huisarts direct na de bevalling geeft een eerste indruk van de toestand en de vitaliteit van de pasgeborene, levert uitgangswaarden die bij eventueel later ontstane ziekten of problemen relevant zijn, en is een eerste oriëntatie op congenitale afwijkingen.
- De nadruk ligt op de inspectie van de pasgeborene. Vier afwijkingen krijgen speciale aandacht: congenitale hart- en oogafwijkingen, dysplastische heupontwikkeling en niet-ingedaalde testes.
- Als het eerste onderzoek correct is uitgevoerd, heeft een tweede routineonderzoek door de huisarts, tijdens het kraambezoek, geen aangetoonde meerwaarde.
- Op indicatie vindt gericht lichamelijk onderzoek plaats.
- Het is aan te bevelen dat de betrokken partijen (consultatiebureau-artsen, gynaecologen, huisartsen, kinderartsen en verloskundigen) afspraken maken over de inhoud van het eerste onderzoek en de verslaglegging ervan.
Reacties