Samenvatting
- In de herziene standaard voor de diagnostiek en behandeling van patiënten met een depressieve stoornis in de huisartsenpraktijk is het onderscheid tussen lichte en ernstige depressies verdwenen.
- Door te letten op een aantal risicofactoren kan de huisarts patiënten met een verborgen depressieve stoornis opsporen.
- Het beleid van de huisarts is gericht op het verminderen van klachten en het herstellen van normaal functioneren.
- Factoren die het beleid bepalen zijn vooral de mate van lijdensdruk, het disfunctioneren van de patiënt en diens voorkeuren en wensen.
- Indien een behandeling met antidepressiva wordt gestart, kan de huisarts kiezen voor een tricyclisch antidepressivum of een specifieke serotonineheropnameremmer. Beide zijn even effectief; ze verschillen in de aard van de bijwerkingen.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:523-7
Reacties