Samenvatting
- Acuut hoesten heeft meestal een infectieuze (vaak virale) oorzaak. Als het hoesten langer dan 3 weken aanhoudt, is heroverweging van de diagnose aangewezen.
- De werkzaamheid van hoestmiddelen is niet aangetoond.
- Voor het beleid moet onderscheid worden gemaakt tussen niet-ernstige en ernstige lagereluchtweginfecties. Onder ernstige lagereluchtweginfecties worden verstaan: lagereluchtweginfecties waarbij het risico op een gecompliceerd beloop verhoogd is, zoals bij het vermoeden van een pneumonie, bij zuigelingen en ouderen en bij patiënten met relevante comorbiditeit.
- Het voorschrijven van antibiotica bij acuut hoesten is bij de meeste patiënten niet zinvol; alleen bij lagereluchtweginfecties met een grotere kans op een gecompliceerd beloop kan antimicrobiële therapie geïndiceerd zijn.
- Andere aandoeningen waarbij een specifiek beleid moet worden overwogen, zijn: kinkhoest, bronchiolitis en pseudo-kroep.
- Bij een pneumonie is antimicrobiële therapie aangewezen; controle is noodzakelijk.
- Bij matig ernstige pseudo-kroep wordt een eenmalige toediening van corticosteroïden aanbevolen.
Reacties