Rubberen wil

Opinie
Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:B882

artikel

Niets lijkt meer van elastiek dan de vrije wil, althans als je de neurowetenschappers, DWDD-gasten, twitteraars, bloggers en juristen moet geloven. We zetten de vrije wil aan en uit naar gelang het ons uitkomt; hij zit in ons brein of juist niet. Intussen maken we ons in de zorg wel druk over afwezigheid van een wil. Want waar die wil ook zit, als die er niet is, kun je geen beslissing nemen. Dat denken juristen en dokters in ieder geval. Er zijn dan grofweg 3 mogelijkheden: er moet een behandeling gestart of gestopt worden en de betrokkene kan daarover geen mening geven omdat die nu niet meer kan communiceren (op de IC, tijdens een psychose of bij vergevorderde dementie), dat nooit goed gekund heeft (ernstige verstandelijke handicap) of nog niet kan (te jong). De WGBO probeerde daar ons artsen enige duidelijkheid in te verschaffen. Ondanks het hele implementatiecircus blijven volgens een ‘brede wetsevaluatie’ dokters met die wilsbekwaamheid worstelen (A4467, blz. 2068). Meer uitleg, nog meer implementatie, het zal niet helpen, zo betoogt Cees Hertogh terecht (A5722, blz. 2066). De keuze om te stoppen of starten met een IC-behandeling is ingewikkeld, maar nog een ethische peulenschil bij het inschatten van kans op agressie bij een patiënt met schizofrenie en het opleggen van een inbewaringstelling of rechtelijke machtiging. Zulke ingrijpende vrijewilbeslissingen zijn slechts voorbehouden aan een relatief klein groepje artsen. Veel vaker en minstens zo moeilijk zijn de minder ingrijpende problemen met de vrije wil: een patiënt doet iets waarvan anderen denken dat het niet verstandig is. Wat te denken van de vrije wil van een vrouw van 22 jaar, niet al te hoog IQ, verslaafd, te veel losse vriendjes, herhaalde soa’s en nu weer zwanger? Of van de zeer boze 92-jarige vrouw die merkbaar cognitieve problemen heeft maar geen enkele hulp wil? Die baby komt met veel hulp wellicht wel goed terecht – de jonge moeder wil het immers heel graag – en de oude dame zit er nu nog fris gewassen bij en wil dat ik ophoepel. Er zijn ongetwijfeld bij beiden wat neuronen stuk, maar om nu te zeggen dat ze geen wil hebben gaat toch ook wel ver. Op welk moment bepaal ik straks, met hen, familie en hulpverleners dat de vrije wil nu echt niet vrij meer is, maar alleen maar dwars is en schade doet? Complexiteit is zelden in heldere wetten, implementatiestrategieën en protocollen vast te leggen. We hebben het al vaker hier geschreven: het gaat om goed dokteren en dus om het betrekken van context, waaronder de familie, bij elke beslissing die we nemen. Daar helpt een wet wel bij, maar slechts een heel klein beetje.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties