artikel
De nakomelingen van vrouwen die tijdens de zwangerschap een familielid verliezen, lopen geen verhoogd risico op een psychotische stoornis. Kinderen hebben wel een hoger risico op een psychotische stoornis als zij tijdens hun kindertijd een sterfgeval in de familie meemaken, met name op jonge leeftijd en binnen het gezin. Dat melden Kathryn Abel en collega’s in BMJ (2014;348:f7679).
Blootstelling aan ernstige psychische stress tijdens de prenatale periode en kindertijd is mogelijk een risicofactor voor het ontstaan van psychiatrische stoornissen later in het leven. Studies hiernaar leverden vooralsnog tegenstrijdige resultaten op, maar maakten niet altijd onderscheid tussen het effect van de doodsoorzaak. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat een suïcide in de familie meer effect heeft dan een natuurlijk sterfgeval. Abel en haar medewerkers hielden hier in hun studie wel rekening mee.
In een cohort van ruim 1 miljoen Zweden identificeerden zij mensen die aan rouwstress werden blootgesteld tijdens de zwangerschap of 6 maanden voor de conceptie en degenen die als kind van 13 of jonger een familielid hadden verloren. Met gegevens over opnames voor psychotische stoornissen berekenden zij vervolgens de risico’s voor de verschillende subgroepen.
De onderzoekers zagen geen effect van stress tijdens of voor de zwangerschap, maar vonden wel een verhoogd risico bij kinderen die een familielid hadden verloren. Het risico was vooral verhoogd bij een sterfgeval binnen het gezin in vergelijking met een overlijdensgeval van bijvoorbeeld een opa, en bij een verlies vroeg in de kindertijd. Tevens liepen kinderen die een zelfmoord in de familie hadden meegemaakt een verhoogd risico ten opzichte van kinderen die als gevolg van een ongeluk een familielid hadden verloren.
Hoewel er geen effect van rouw tijdens de zwangerschap lijkt te zijn op het psychoserisico, sluit dit niet uit dat er andere negatieve gevolgen zijn, benadrukken Abel en medewerkers.
Reacties