Robbins pathologic basis of disease.

Robbins pathologic basis of disease. 6e druk. Onder redactie van R.S.Cotran, V.Kumar en T.Collins. 1425 bl., fig., tabellen. W.B.Saunders, Philadelphia 1999. ISBN 0-7216-7335-X. Prijs: geb. ƒ 172,-.

In de 6e druk van dit standaardwerk op het gebied van de algemene pathologie en de pathogenese hebben Cotran et al. het hoge niveau van voorgaande drukken weten te handhaven. Wat voorligt, is een helder en up-to-date leerboek, waarin op enthousiasmerende en begrijpelijke wijze en met fraaie illustraties de samenhang tussen etiologie, pathogenese en morfologische expressie van ziekten wordt weergegeven.

De auteurs hebben de oorspronkelijke indeling gehandhaafd met 10 hoofdstukken over algemene pathologie, gevolgd door 20 hoofdstukken die de speciële pathologie bestrijken. De algemene pathologie omvat onder meer celbeschadiging en celdood, immuunpathologie en ontsteking, wondgenezing, genetische ziekten, tumorgroei en metastasering, en infectieziekten. Opgenomen zijn de nieuwste inzichten in de moleculaire biologie, de celbiologie en de genetica voorzover deze niet de mode van de dag weerspiegelen, maar gezien kunnen worden als grondslagen voor ons begrip. Door het werk op het terrein van de genetische code is een aantal tot voor kort onbegrepen ziektebeelden recentelijk van een duidelijke oorzaak voorzien, waarmee de vorige druk uit 1994 op veel cruciale onderdelen is bijgewerkt.

Ook in het gedeelte over de speciële pathologie worden de nieuwste inzichten gekoppeld aan wat al jaren bekend is en daarmee wordt het inzicht in structurele weefselveranderingen die de basis vormen voor het diagnostisch pathologisch onderzoek sterk verbeterd.

De illustraties zijn alle in kleur, afgezien van enkele elektronenmicroscopische opnamen, en de fraaie figuren en schema's dragen bij aan het verkrijgen van inzicht in vaak complexe materie. Het naast elkaar leggen van chromosomen met gemarkeerde genen, DNA-gels en weefselcoupes die gekleurd zijn voor de afwijkende genen en eiwitten is een prachtig voorbeeld van het functioneel illustreren van de samenhang tussen etiologie, pathogenese en pathologie.

Het boek wordt slechts op enkele geneeskundefaculteiten in ons land gebruikt, waar de docenten niet terugschrikken voor dit toch wat lijvige standaardwerk. Tezamen met een vergelijkbaar leerboek op het terrein van de interne geneeskunde zou het een ideaal duo vormen en daarmee voor de student een compendium kunnen bieden, waarmee de vele andere kleinere werken, blokboeken en stencils achterwege kunnen blijven. Maar het boek is niet alleen voor studenten geneeskunde van grote waarde, ook voor assistent-geneeskundigen, artsen en specialisten vormt het een rijke bron van basiskennis met grote praktische betekenis door zijn moderne lay-out en de zeer recente literatuurverwijzingen.