Hoe goed kennen zij de bijwerkingen van de behandeling?

Risicopercepties van mannen met gelokaliseerde prostaatkanker*

Onderzoek
Dubbelpublicatie
Marie-Anne van Stam
Neil K. Aaronson
Henk G. van der Poel
Jochem R.N. van der Voort van Zyp
Corinne N. Tillier
Simon Horenblas
J.L.H. Ruud Bosch
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D2522
Abstract

Samenvatting

Doel

In kaart brengen of patiënten goed op de hoogte zijn van de verschillen tussen de behandelopties van gelokaliseerde prostaatkanker en factoren identificeren die samenhangen met verkeerde percepties.

Opzet

Prospectief, longitudinaal, beschrijvend multicentrisch onderzoek.

Methode

Patiënten met gelokaliseerde prostaatkanker werd gevraagd een vragenlijst in te vullen vóór het begin van de behandeling, maar na het verstrekken van informatie over de behandelopties. De deelnemers gaven per behandeloptie aan welk risico op bijwerkingen zij verwachtten, waaronder urine-incontinentie, erectieproblemen, darmproblemen en progressie van de tumor. Daarna vergeleken we deze risicoschattingen met de recentste gegevens over deze risico’s. Met lineaire regressie beschreven we welke patiënten een accuraat beeld hadden over de verschillen tussen de behandelopties.

Resultaten

Van de 426 deelnemers wisten er 211 (68%) niet dat de kans op een recidief bij operatie en radiotherapie vergelijkbaar is. Meer dan de helft (53-65%) van de mannen wist niet dat, vergeleken met radiotherapie, patiënten na een operatie een grotere kans op urine-incontinentie en erectieproblemen hebben, maar een kleinere kans op darmproblemen. Slechts 20% (82/415) van de patiënten wist dat de kans om binnen 10 jaar te overlijden aan prostaatkanker na ‘active surveillance’ (actief volgen) of actieve behandeling vergelijkbaar is, ongeacht de behandelkeuze. Van de deelnemers met laag-risico gelokaliseerde prostaatkanker wist maar 51% (76/150) dat hooguit de helft van de mannen die voor actieve surveillance kiezen, uiteindelijk behandeld wordt. Mannen die een verpleegkundig specialist of een radiotherapeut hadden geconsulteerd, hadden vaker een juist beeld over de verschillen tussen de behandelingen.

Conclusie

Het grootste deel van de mannen is niet goed op de hoogte van de verschillen tussen de resultaten en bijwerkingen van behandelopties van gelokaliseerde prostaatkanker. Het is belangrijk dat vervolgonderzoek wordt opgezet om in kaart te brengen hoe deze mispercepties ontstaan en, nog belangrijker, hoe we ze kunnen corrigeren.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Cancer Center, Utrecht. Afd. Urologie: drs. M.A. van Stam (tevens: NKI-AVL, Amsterdam), gedragswetenschapper; prof.dr. J.L.H.R. Bosch, uroloog. Afd. Radiotherapie: dr. J.R.N. van der Voort van Zyp, radiotherapeut. Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, Amsterdam. Afd. Urologie: dr. H.G. van der Poel en prof.dr. S. Horenblas, urologen; C.N. Tillier, MANP, verpleegkundig specialist. Afd. Psychosociaal onderzoek & Epidemiologie: prof.dr. N.K. Aaronson, psycholoog.

Contact M.A. van Stam (m.v.stam@nki.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Dr. J.M. Kieffer (statistisch analist in het Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam) heeft een waardevolle bijdrage geleverd aan het helder rapporteren van onze bevindingen.

Auteur Belangenverstrengeling
Marie-Anne van Stam ICMJE-formulier
Neil K. Aaronson ICMJE-formulier
Henk G. van der Poel ICMJE-formulier
Jochem R.N. van der Voort van Zyp ICMJE-formulier
Corinne N. Tillier ICMJE-formulier
Simon Horenblas ICMJE-formulier
J.L.H. Ruud Bosch ICMJE-formulier
Goed geïnformeerd beslissen bij kanker
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties