Risicofactorenonderzoek en preventie van psychose

Klinische praktijk
J. van Os
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:1295-9

De geadministreerde incidentie van alle non-affectieve psychotische stoornissen in Nederland bedraagt 16-20 gevallen per 100.000 personen per jaar en in sommige andere Europese landen mogelijk nog meer.1 Aangezien veel psychotische stoornissen een chronisch verloop hebben, is de prevalentie aanzienlijk hoger dan de incidentie, namelijk ongeveer 600 à 700 gevallen per 100.000 personen. Deze mensen zijn aangewezen op medische hulp, niet zelden levenslang. Een disproportioneel hoog aantal: ongeveer 2 van het totale gezondheidszorgbudget wordt besteed aan de behandeling van schizofrenie, het frequentst voorkomende ziektebeeld onder de functionele psychosen. Het is dus van groot belang om methoden te ontwikkelen die kunnen leiden tot vermindering van de incidentie (primaire preventie) dan wel de prevalentie (secundaire preventie) van deze stoornissen.

Van analytische epidemiologie naar de praktijk van de geestelijke gezondheidszorg

Veel van het verrichte klinisch-epidemiologische onderzoek beoogde de frequentie van vóórkomen van ziekte te bepalen en de factoren die daarop van invloed zijn…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit Limburg, vakgroep Psychiatrie, sectie Sociale Psychiatrie en Psychiatrische Epidemiologie, Postbus 616, 6200 MD Maastricht.

Dr.J.van Os, psychiater-epidemioloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties