Er wordt regelmatig gevraagd of er minder gevaccineerd kan worden binnen het Rijksvaccinatieprogramma, bijvoorbeeld door kinderen tegen minder infectieziekten te vaccineren of door het aantal prikken te verminderen. Maar zijn dat reële opties?
Samenvatting
Veel mensen kennen de ziekten waartegen gevaccineerd wordt binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) niet meer. De bescherming die de vaccins bieden, heeft ervoor gezorgd dat deze (ernstige) ziekten grotendeels uit het beeld geraakt zijn. Sinds de invoering in 1957 is het RVP steeds omvangrijker en complexer geworden. Op dit moment biedt het RVP bescherming tegen 12 verschillende ziekten (zie ook bijbehorende infographic). Desondanks zien we af en toe in Nederland nog (kleine) uitbraken van bof, mazelen, rodehond en polio, met name onder niet-gevaccineerden. Het is onverstandig om te stoppen met het vaccineren tegen bepaalde ziekten, omdat dit altijd leidt tot een terugkeer van de betreffende ziekte zolang deze niet wereldwijd is uitgebannen. De vraag of met minder prikken toch een goede bescherming kan worden bereikt, staat in 2022 op de werkagenda van de Gezondheidsraad.
Reacties