Samenvatting
Doel
Sommige medische problemen, zoals syncope, hebben directe consequenties voor de rijgeschiktheid. Het doel was te onderzoeken of patiënten door hun eerdere behandelend arts geïnformeerd waren over hun rijgeschiktheid na syncope en in hoeverre het advies overeenkomt met de geldende regelgeving.
Opzet
Transversaal onderzoek.
Methode
We legden 150 patiënten die waren verwezen naar de syncopepolikliniek in het AMC, gestructureerde vragenlijsten voor over de adviezen over hun rijgeschiktheid die zij bij eerdere specialistenbezoeken of van de huisarts hadden ontvangen. Vervolgens beoordeelde een syncopedeskundige de rijgeschiktheid van alle patiënten aan de hand van de bestaande en de nieuwe regelgeving.
Resultaten
Bij 121 van de 150 patiënten (81%) werd een zekere of zeer waarschijnlijke oorzaak van hun wegraking of wegrakingen vastgesteld: 68 patiënten hadden reflexsyncope, 25 patiënten syncope door orthostatische hypotensie, 20 patiënten psychogene pseudosyncope, 3 patiënten cardiale syncope, 3 patiënten epilepsie en 2 patiënten een andere diagnose. 7 patiënten hadden een wegraking achter het stuur gehad. Slechts 26/150 patiënten (17%) rapporteerden dat de gevolgen van de wegraking voor het autorijden eerder met hen waren besproken. Als autorijden besproken was, werd bij 31% de toen geldende regelgeving van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen gevolgd. Ruim een derde (38%) van de patiënten gaf aan zich bezwaard te voelen om auto te rijden.
Conclusie
Minder dan 1 op 5 patiënten rapporteert dat hun rijgeschiktheid na een wegraking ter sprake is gebracht door eerdere behandelend artsen. En als er een advies was gegeven, was dit meestal niet conform de geldende regels.
Reacties