Samenvatting
- Hypovolemie is de belangrijkste oorzaak van circulatoir falen bij kinderen. Behandeling bestaat uit volumesuppletie met een kristallijne of colloïdale vloeistof. Het is onbekend welk middel bij kinderen het beste is. Deze richtlijn geeft aanbevelingen voor de klinische praktijk over het te gebruiken volumesuppletiemiddel bij kritiek zieke pasgeborenen en kinderen tot 18 jaar met hypovolemie.
- Vóór het ontwikkelen van de richtlijn gaf de helft van de neonatologen en kinderartsen-intensivisten als eerstekeusmiddel een colloïdale oplossing en de helft een kristallijne oplossing. Indien een colloïd gegeven werd, werd door neonatologen albumine gebruikt en door kinderartsen-intensivisten vooral een semisynthetisch middel.
- De richtlijn kwam tot stand na een uitgebreide literatuurstudie volgens de methode van evidence-based richtlijnontwikkeling. De aanbevelingen werden door een klankbordgroep geformuleerd op basis van de literatuur; bij onvoldoende bewijs uit de literatuur berusten de aanbevelingen op consensus.
- Daar colloïden veel duurder zijn dan kristallijnen en een anafylactische reactie kunnen geven, moet hun meerwaarde bewezen worden. Bij zieke pasgeborenen en kinderen is onvoldoende klinisch onderzoek verricht om de conclusie te trekken dat colloïden bij hypovolemie effectiever zijn dan kristallijnen. Bij volwassenen is een aantal meta-analysen verschenen waarin een oversterfte werd gevonden in de groep die albumine kreeg, maar in een recente grote gerandomiseerde studie vond men geen verschil in sterfte. Er werd geen meerwaarde gevonden voor het geven van synthetische colloïden.
- Op basis van de literatuurgegevens en overwegingen betreffende de toepasbaarheid van de resultaten van het onderzoek bij volwassenen, bijwerkingen van de suppletiemiddelen, pathofysiologische overwegingen en kosten, wordt als eerstekeusmiddel bij neonaten en kinderen met hypovolemie NaCl 0,9 aanbevolen. Het gebruik van albumine bij hypovolemie wordt afgeraden.
- Het te geven volume en de snelheid van infusie zijn afhankelijk van de ernst van de hypovolemie en dienen op individuele basis bepaald te worden.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2421-6
Reacties