Samenvatting
- In Nederland zijn naar schatting 100.000-400.000 personen met een polyneuropathie. Polyneuropathie kan veel verschillende oorzaken hebben, waarvan diabetes mellitus de meest voorkomende is.
- De richtlijn ‘Polyneuropathie’ is gericht op de diagnostiek die bij patiënten met klachten of verschijnselen van polyneuropathie moet worden verricht om de oorzaak van de polyneuropathie te achterhalen. Na een goede anamnese en standaard neurologisch onderzoek kan de diagnose ‘polyneuropathie’ met grote waarschijnlijkheid worden gesteld.
- Elektrofysiologisch onderzoek is vooral van belang voor de verdere classificatie in een axonale of een demyeliniserende vorm van de polyneuropathie. Deze subclassificatie is belangrijk omdat hiermee het zoeken naar een behandelbare oorzaak van de polyneuropathie wordt vergemakkelijkt.
- De meeste polyneuropathieën hebben een langzaam progressief beloop. Een afwijking van het te verwachten klinische beloop is altijd een reden om de patiënt te verwijzen naar een neuroloog en om nadere diagnostiek te verrichten.
- Een diagnostisch stroomdiagram is ontworpen als leidraad voor een adequate en snelle diagnostiek naar de oorzaak van een polyneuropathie.
- Voor pijnlijke polyneuropathie zijn amitriptyline en carbamazepine bewezen effectief en zijn ze de middelen van eerste keus, behalve bij hiv-gerelateerde polyneuropathie: daarbij is alleen lamotrigine bewezen effectief.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:1566-73
Reacties