Richtlijn 'Medicamenteuze behandeling van COPD'

Klinische praktijk
P.N.R. Dekhuijzen
M.E.A.C. Broeders
M.K. Tuut
M.H. Grol
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1465-8
Abstract

Samenvatting

- De richtlijn ‘Medicamenteuze behandeling van COPD’ completeert de richtlijn voor diagnostiek en de niet-medicamenteuze behandeling.

- Patiënten met stabiele chronisch obstructieve longziekte (COPD) en weinig klachten kunnen behandeld worden met kortwerkende β2-sympathicomimetica of anticholinergica of een combinatie hiervan.

- Bij onvoldoende klinische controle van de aandoening of indien patiënten hun medicatie als onderhoudsbehandeling gebruiken, is een langwerkende bronchusverwijder aangewezen. Bij patiënten met ernstige of zeer ernstige COPD (stadium III-IV van de criteria van het Global Initiative for Obstructive Lung Disease (GOLD) of met cardiale comorbiditeit is er een lichte voorkeur voor het langwerkende anticholinergicum tiotropium.

- Inhalatiecorticosteroïden (ICS) verlagen de exacerbatiefrequentie bij patiënten met matig ernstige of zeer ernstige COPD (GOLD-stadium II-IV) en recidiverende exacerbaties.

- Een combinatie van ICS en langwerkende β2-sympathicomimetica (LWBA) wordt voorgeschreven aan patiënten met GOLD-stadium III-IV met tenminste 2 exacerbaties in het afgelopen jaar, een verslechtering in kwaliteit van leven en met symptomen, indien behandeling met alleen een LWBA of alleen een ICS onvoldoende verbetering geeft.

- Anticholinergica en β2-sympathicomimetica hebben een vergelijkbaar effect op luchtwegverwijding bij patiënten met een acute exacerbatie van COPD.

- Bij onvoldoende verbetering dienen patiënten met een exacerbatie behandeld te worden met prednisolon 30 mg gedurende 7-14 dagen.

- Bij ambulante en klinische patiënten met een exacerbatie van COPD wordt een antibioticum toegevoegd aan prednisolon bij een zeer slechte longfunctie (geforceerde expiratoire 1-secondevolume (FEV1) < 30) of een andere risicofactor voor een ernstig beloop, zoals een ademhalingsfrequentie ≥ 30/min, een systolische bloeddruk < 90 mmHg, en desoriëntatie in tijd, plaats of persoon.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1465-8

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Longziekten, 454, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Hr.prof.dr.P.N.R.Dekhuijzen, longarts; mw.dr.M.E.A.C.Broeders, arts in opleiding tot longarts.

Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Utrecht.

Mw.drs.M.K.Tuut, epidemioloog.

Nederlands Huisartsen Genootschap, afd. Richtlijnontwikkeling en Wetenschap, Utrecht.

Contact Mw.dr.M.H.Grol, huisarts (r.dekhuijzen@long.umcn.nl)

Verantwoording

Namens de werkgroep 'Medicamenteuze therapie van COPD', waarvan de leden aan het einde van dit artikel worden vermeld.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties