Richtlijn 'Diagnostiek bij wekedelentumoren en behandeling van wekedelensarcomen (herziening)'

Klinische praktijk
A.N. van Geel
H.K. Wyrdeman
C. Seynaeve
P.C.W. Hogendoorn
A.H.H. Bongaerts
W.M. Molenaar
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:924-8
Abstract

Samenvatting

– Op initiatief van de multidisciplinaire Nederlandse Werkgroep Wekedelentumoren is in samenwerking met de Vereniging van Integrale Kankercentra en met ondersteuning van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO de consensus ‘Wekedelentumoren’ uit 1993 herzien tot een op bewijs gebaseerde richtlijn die naar vorm en inhoud voldoet aan de eisen van deze tijd.

– Onder een wekedelensarcoom (WDS) verstaat de werkgroep alle niet-epitheliale maligne tumoren met uitzondering van de tumoren van bloedvormende organen, lymfeklieren, het bot en het centrale zenuwstelsel.

– Een vermoeden van een WDS ontstaat door te letten op alarmsignalen zoals het ontbreken van relevant trauma ter plaatse en groei in een reeds relatief lang bestaande afwijking. Bij dat vermoeden dient de casus besproken te worden in een multidisciplinair team en dient niet-invasieve (beeldvormende) diagnostiek vooraf te gaan aan invasieve diagnostiek en disseminatieonderzoek.

– Aspiratiecytologisch onderzoek kan helpen bij de (eerste) differentiëring tussen een sarcoom en andere maligniteiten. De definitieve diagnose wordt verkregen via beeldgeleide dikkenaaldbiopsie. Tumoren worden geclassificeerd volgens de Wereldgezondheidsorganisatie en gegradeerd volgens de Fédération Nationale des Centres de Lutte Contre le Cancer.

– Ruime chirurgische resectie is de standaardbehandeling, waarbij gestreefd wordt naar een macroscopische tumorvrije marge van 2 cm, of minder als rekening gehouden wordt met functie en vitale structuren. Bij kleine (diameter ≤ 3 cm), oppervlakkige tumoren kan excisiebiopsie verantwoord zijn.

– Radiotherapie is na de operatie vrijwel altijd zinvol en nodig als ruime (re)resectie niet mogelijk is.

– Bij primair gemetastaseerde ziekte dient in multidisciplinair overleg een individuele beslissing te worden genomen voor een in opzet toch nog curatieve dan wel een palliatieve behandeling.

– Neoadjuvante noch adjuvante chemotherapie zijn standaardtherapie.

– Chemotherapie voor gemetastaseerde ziekte kan soms zinvol zijn. De werkgroep beveelt aan patiënten die in aanmerking komen voor chemotherapie naar een centrum te verwijzen en altijd in onderzoeksverband te behandelen.

Ned Tijdschrift Geneeskd 2005;149:924-8

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, locatie Daniel den Hoed, Rotterdam.

Afd. Heelkunde: hr.dr.A.N.van Geel, chirurg-oncoloog.

Afd. Inwendige Geneeskunde: mw.dr.C.Seynaeve, internist.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Radiotherapie, Utrecht.

Hr.H.K.Wyrdeman, radiotherapeut.

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Pathologie, Leiden.

Hr.prof.dr.P.C.W.Hogendoorn, patholoog.

Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen.

Afd. Radiologie: hr.A.H.H.Bongaerts, radiodiagnost.

Afd. Pathologie: mw.prof.dr.W.M.Molenaar, patholoog.

Contact hr.dr.A.N.van Geel, Integraal Kankercentrum Midden Nederland, Postbus 15.079, 3501 DB Utrecht

Verantwoording

Namens de Nederlandse Werkgroep Wekedelentumoren, waarvan de leden aan het einde van het artikel staan vermeld.

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties