Samenvatting
Doel
Bepalen van de prevalentie van reversibele dementie en vaststellen van de meerwaarde van aanvullend onderzoek voor de behandeling ervan.
Opzet
Prospectief.
Plaats
Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.
Methode
Onderzocht werden 200 opeenvolgende patiënten van 65 jaar en ouder die door huisartsen wegens mogelijke dementie verwezen waren naar de polikliniek voor geheugenstoornissen; 170 (gemiddelde leeftijd: 79 jaar) voldeden aan de diagnostische criteria voor dementie. De waarschijnlijke oorzaak van de dementie werd klinisch vastgesteld, de ernst van de dementie werd klinimetrisch bepaald en de indicaties voor aanvullend onderzoek werden vastgelegd. Vervolgens werd bij alle patiënten volledig aanvullend onderzoek verricht en werd de diagnose na aanvullend onderzoek vergeleken met de klinische diagnose. De potentieel reversibele oorzaken werden behandeld. De uitkomst van behandeling na 6 maanden werd klinimetrisch vastgesteld, wat betreft cognitie, beperkingen in het dagelijks functioneren, gedragsveranderingen en belasting voor de verzorger. De meerwaarde van aanvullend onderzoek werd vastgesteld door het effect ervan te bepalen op diagnose, behandeling en uitkomst.
Resultaten
Potentieel reversibele oorzaken van dementie werden bij 33 van de 170 patiënten gediagnosticeerd; 31 patiënten werden behandeld (2 waren eerder overleden), onder meer voor vitamine-B12-deficiëntie. Volledig herstel trad bij geen enkele patiënt op. Klinisch leken 5 patiënten verbeterd te zijn, maar klinimetrisch onderzoek bevestigde dat slechts bij 1 patiënt. Bloedonderzoek leverde vaak klinisch niet-verwachte resultaten op, met therapeutische implicaties, maar dat was niet het geval bij thoraxfoto's, ECG's, EEG's en CT-scans. Geen van de aanvullende onderzoeken had effect op de uitkomst.
Conclusies
De prevalentie van reversibele dementie is 0,6 (95-betrouwbaarheidsinterval: 0-3) bij bejaarde patiënten met dementie, verwezen naar een polikliniek voor geheugenstoornissen. Wij bevelen aan om bij alle patiënten met dementie bloedonderzoek te doen; andere aanvullende onderzoeken kunnen op klinische indicatie worden gedaan.
Reacties