Resultaten van de screening op HIV-antistoffen bij zwangere vrouwen in de Amsterdamse peilstations, 1988-1995

– In order to determine the prevalence of HIV in the general heterosexual population of Amsterdam, 16,709 pregnant women attending two hospitals and one maternity clinic in the period 1988-1995 were asked to undergo a HIV test, of whom 15,276 gave informed consent (91.4). Pregnant women with a risk of HIV infection were possibly overrepresented in those who refused. The overall HIV prevalence in 1988-1995 was 0.28 and showed no significant differences over the years. In women with a known risk factor for infection the prevalence was 240:10,000, in those without 5:10,000. Whereas intravenous drug use was the most probable cause of infection before 1993, since then it was observed in only 220 of the HIV positive pregnant women. Heterosexual transmission appears to be increasing.

Samenvatting

Om de prevalentie van HIV-infectie onder heteroseksuele inwoners van Amsterdam te bepalen, werd 16.709 zwangere vrouwen die 2 peilstationziekenhuizen of 1 verloskundige praktijk bezochten in de periode 1988-1995 gevraagd een HIV-test te ondergaan; 15.276 gaven informed consent (91,4). Bij de weigeraars was er mogelijk een oververtegenwoordiging van zwangere vrouwen mét een HIV-risico. In de periode 1988-1995 was de HIV-prevalentie 0,28, zonder significante verandering over de jaren; de prevalentie bedroeg 240:10.000 onder degenen met HIV-risicofactoren en 5:10.000 onder degenen zonder. Terwijl vóór 1993 intraveneus drugsgebruik de meest waarschijnlijke oorzaak van de infectie was, gold dat voor slechts 220 HIV-positieve zwangeren in de periode daarna. De invloed van heteroseksuele besmetting lijkt toe te nemen.