Samenvatting
Om inzicht te krijgen in de complicaties op korte en lange termijn van een gestandaardiseerd uitgevoerde vaginale correctie van prolapsus vaginae et uteri, werd in het Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam, een prospectief onderzoek uitgevoerd bij 191 opeenvolgende patiënten die langs vaginale weg geopereerd werden in de periode 1985-1987. Bij 50 van de patiënten was de aandoening gecombineerd met incontinentia urinae. Ruim de helft van het aantal patiënten onderging behalve de prolapsplastiek tevens een vaginale hysterectomie. De resultaten en complicaties van de ingreep werden na 4 en 12 maanden beoordeeld. De sterfte na de ingreep bedroeg 1. De morbiditeit was gering; blaas- en (of) rectumlaesies deden zich niet voor. Het aantal prolapsrecidieven was 4 na 4 maanden, 6 na 1 jaar. Van de patiënten met ongewild urineverlies bleek 4 maanden na de operatie nog 31 incontinent te zijn voor urine en na een jaar 49. Dyspareunie kwam frequent voor (41), waarschijnlijk als gevolg van de bij alle patiënten uitgevoerde achterwandplastiek. Wij concluderen dat de door ons uitgevoerde standaard-prolapsplastiek, met of zonder vaginale hysterectomie, een goede behandeling is voor prolapsus vaginae et uteri, maar minder goed voldoet als behandeling van incontinentia urinae en bij veel patiënten dyspareunie kan veroorzaken.
Reacties