Resistentiepeiling bij Neisseria gonorrhoeae in 1983 en 1984

Onderzoek
B. van Klingeren
M.C. Ansink-Schipper
L. Doornbos
J.H.T. Wagenvoort
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:581-4
Abstract

Samenvatting

In 1983 werd in Nederland begonnen met de surveillance van de gevoeligheid van niet-penicillinasevormende gonokokken voor antimicrobiële geneesmiddelen. In de periode 1983 t.m. 1984 werden 869 isolaten onderzocht, afkomstig uit drie peilcentra te weten Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Ongeveer 1 op de 6 isolaten bleek verminderd gevoelig te zijn voor penicilline G en amoxicilline (minimum remmende concentratie (MRC) 0,5-1 E (µg)ml) en 20 was verminderd gevoelig voor tetracycline en thiamfenicol (MRC 2-4 µgml); 97 van alle stammen werd geremd door 0,25 µgml cefuroxim en 100 door 0,12 µgml cefotaxim. De meest voorkomende auxotypen zijn NR (non-requiring, 36) en Pro- (van proline afhankelijk, 33). Verminderde gevoeligheid is vooral gerelateerd aan proline-afhankelijkheid, een eigenschap die ook bij penicillinasevormende gonokkokken is waargenomen.

Auteursinformatie

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven.

Laboratorium voor Chemotherapie: dr.B.van Klingeren, microbioloog.

Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Amsterdam.

Dr.M.C.Ansink-Schipper, medisch microbioloog.

Westeinde Ziekenhuis, 's-Gravenhage.

Dr.L.Doornbos, medisch microbioloog.

Academisch Ziekenhuis Dijkzigt, Rotterdam.

Dr.J.H.T.Wagenvoort, medisch microbioloog.

Contact dr.B.van Klingeren

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties